Het project van ongeveer 20 miljoen euro brengt veel technische en methodologische uitdagingen met zich mee. Centraal in het project staat bijvoorbeeld het respect voor het bestaande erfgoed en dat terwijl de teams vooraf geen kennis van de kwaliteit van de structurele elementen hadden. De bewaarde elementen (funderingen, draagmuren, structuur, enz.) moeten voor elke interventie grondig worden geanalyseerd op het vlak van stabiliteit, voordat er met de afbraakwerken kan worden gestart.
Bij dit soort renovatie is het risico op ongelukken groot. Onze teams moesten dan ook alle risico’s analyseren en anticiperen voor ze met de werken begonnen. Na het verwijderen van het pleisterwerk in twee gebouwen bleek bijvoorbeeld dat de metselwerkvoegen op een deel van de oppervlakken niet van de vereiste kwaliteit waren om de belasting van de nieuwe vloeren te dragen. In het ene geval werd het oude metselwerk verstevigd door er mortel op te spuiten. In het andere geval moest een nieuwe interne draagconstructie worden opgetrokken.
Het project voorziet in het hergebruik van talrijke materialen voor de creatie van de omgeving, afwerking en verhogingen.
Op milieuvlak omvat het complex een waterbeheersysteem met infiltratiezones en een duurzaam afvalbeheer. Daarnaast heeft het speciale aandacht voor de biodiversiteit op de site.
7.596 meter houten vloerbalken voor de heropbouw van de dakextensies
85 m3 bakstenen hergebruikt om de muren te herstellen en bij te werken. De rest wordt gebruikt om de schanskorven te vullen aan de binnenzijde van het huizenblok.
180 m² cementtegels (81.300 stuks) gerecupereerd voor andere projecten.
Het team dat verantwoordelijk is voor dit project is jong, maar dankzij de ervaring van Jacques Delens in dit soort complexe renovaties, pakken ze de vele dagelijkse uitdagingen van deze werf met succes aan.